Goriën-zingen

Goriën, goriën, geegaa,
hebt ge geen kindjes die meegaan?
We zullen ze wel wat leren
van Onze-Lieve-Here.
We zullen ze wel behouden
van Onze-Lieve-Vrouwe.
A-B-C
Geft de kindjes een eitje mee
of een centje in de beurs. (laatste zin in de loop der jaren toegevoegd)
Goriën, goriën, gee-gôa,
hèdde gèen kinne-es die meegôan?
We zulle ze wel wa liejre,
van ôzze lieven Hiejre.
We zulle ze wel behaawe
Van ôzze lieve Vraawe.
A – B - C
Gèft de kinne-es een aaike meej.
of een centje in de beurs. (laatste zin in de loop der jaren toegevoegd)

Vroeger

Een unieke traditie is het goriën-zingen in Schoonbroek. Goriën is gelinkt aan Gregorius, paus in de 4de eeuw, wiens feestdag op 12 maart wordt gevierd. (Volgens sommigen zou goriën-zingen ook een mogelijke contaminatie zijn van gloria-zingen.) Gregorius moet een grote kindervriend geweest zijn, die zich vooral over de armste kinderen ontfermde. Op een van de glasramen in de kerk van Schoonbroek is trouwen Gregorius afgebeeld. Ooit stond er ook een beeldje van Sint-Gregorius boven in een altaar in de rechterzijbeuk maar tezamen met de verwijdering van dat altaar in 1976 verdween ook het beeldje.

Van oudsher kwamen de schoolkinderen op die bewuste dag om 9 uur naar school, getooid met zelfgemaakte veelkleurige papieren hoedjes versierd met linten en bloempjes. (Sinds de fusie met de gemeente Retie op 1 januari 1977 werd dat de eerste zaterdag volgend op 12 maart. Sinds jaren is het echter weer 12 maart.) Een tweede attribuut, eigen aan het goriën-zingen, waren de koehorens van zowat 40 centimeter. Van deze koehoorns zijn er nog een vijftal bij hun fiere eigenaars. Met Goriën worden die voor één dag uitgeleend aan een kleinkind of buurjongen. Die horens maken, mits enige oefening, een verdragend schallend geluid.     

Om boze geesten af te schrikken toeterden immers onze Germaanse voorouders bij bijzondere gelegenheden op ossenhoorns. De goriën-zangers blazen ermee de winter uit het land en kondigen op die manier de lente aan. Omdat in die periode van het jaar de eerste bloemen verschijnen in de natuur, verwelkomen de zangers de lente met bloemenkransen.

Wat zeker niet mocht ontbreken op die feestdag waren enkele wissen mandjes gevuld met hooi of stro om de gekregen eieren in te leggen (later ook een beurs voor het geld).

De oudste kinderen (12 jaar) hadden de leiding over de stoet. Traditioneel was meneer pastoor het eerste adres voor een zangbeurt. Ooit maakten de grotere jongens, van het vijfde tot en met het achtste leerjaar, een grote tocht over Rhoode, Vogelenzang, Donk, Corsendonk, Kinschot, Hoeven, Kortijnen en weer naar school. (Oorspronkelijk gingen jongens en meisjes apart op tocht en dat tot midden de jaren 1980 toen de meisjesschool bij de jongensschool gevoegd werd.)

Wij laten nu even onderwijzer Frans Sooi Proost, vele jaren mentor van het goriën-zingen in Schoonbroek, aan het woord: ‘Vele mensen zagen de naderende groep toch met een ei in de broek tegemoet. Iemand die destijds geen eieren in voorraad had, werd beloond met het wijsje Hoog huis, laag huis, er zit een gierige pin in huis. Dat was een chantagemiddel (avant la lettre) dat zijn uitwerking niet miste. Een tweede reden waarom 12 maart toch met enige terughoudendheid werd tegemoet gezien, was het feit dat de jeugd van toen het gezegde Hij is er geen man die niet roken kan, wel heel letterlijk in de praktijk bracht. Gewapend met een pakje Belga en een doosje lucifers, vakkundig verstopt, doorstonden die de oppervlakkige controle aan de schoolpoort. Het spreekt voor zich dat alle Belga’s moesten opgesoupeerd zijn voor thuiskomst. Dat sommige van die prille rokers ’s avonds zo groen zagen als een savooiblad werd er met een ‘groene’ glimlach bijgenomen. Nu ze toch lucifers op zak hadden, was de verleiding te groot om een dorre grachtkant ongemoeid te laten. Deze “traditie” eindigde prompt toen er onderweg een heel dennenbos afbrandde.

De boerderij van Jos en Mit Nuyts-Van Ostade was jarenlang de ideale plaats om te schoften. Toen Jos en Mit geen schoolplichtig klein grut meer hadden, werd een bereidwillige moeder gevonden met als enig bekwaamheidsattest dat ze goed pannenkoeken of wafels kon bakken en liefst allebei. Op die manier werd o.m. Maria Van der Veken van de Provinciebaan “wereldberoemd” in Schoonbroek en omstreken.’ Tot zover Frans Sooi Proost.

Rond zes uur kwamen de zangers weer in de school aan. De hoofdonderwijzer en moeder-overste zorgden voor de eerlijke verdeling van de ingezamelde eieren en het geld.

Met de jaren veranderden de giften van eieren en geld in alleen geld aangevuld met een snoepje. Kregen de kinderen soms nog eieren dan werden die zo vlug mogelijk verder verkocht.

Tegenwoordig

Sedert jaren hebben de kinderen gewoon les in de voormiddag. In de namiddag maken de leerlingen van de tweede (3de en 4de leerjaar) en de derde graad (5de en 6de leerjaar) een fietstocht naar de plaats waar ooit de Goriënberg was (de Goriënberg, een stuifduin, werd in de loop der jaren afgegraven). Die activiteit kadert in het programma Sport en Spel. Ook bij de praktische organisatie van deze gebeurtenis deed het drukke verkeer zijn invloed gelden waardoor het Goriën − omwille van veiligheidsredenen − enigszins anders verliep.

Sinds 2012 gaan de zangers niet meer van deur tot deur maar krijgen de zangers op de plaats van de vroegere Goriënberg een eiergerecht opgediend. Eieren staan dan als symbool van vruchtbaarheid en nieuw leven. Maar de aanpak van het feest blijft evolueren naar tijdsgeest en omstandigheden.  

Verslag Goriën in Schoonbroek van 12 maart 2018: ‘De kinderen van de lagere school GB Retie afdeling Schoonbroek trokken op 12 maart te voet richting ‘Goriënberg’. De kleuters van Spelewei Schoonbroek mochten mee in een huifkar. Aan de ‘Goriënberg’ konden ze zich uitleven in de zandduinen en het ven. Als afsluiter kregen ze allemaal wat lekkers aangeboden door het oudercomité en het gemeentebestuur.’ Momenteel is Schoonbroek nog de enige plaats in Vlaanderen waar de kinderen gaan goriën-zingen.