Kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw, Werbeek

Monument: K.B. van 2 april 1974; Landschap: K.B. van 29 januari 1952

Situering

De kapel van Werbeek, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw, staat langs de baan van Retie naar Dessel bij het kruispunt van de Molsebaan met de Zandstraat in Werbeek. Ze ligt wat verscholen onder monumentale lindebomen.

Legende – Historiek

De geschiedenis van de kapel voert ons terug naar de legende van O.-L.-Vrouw ter Sneeuw van  Werbeek. Op 16 januari 1645 ging marskramer Willem Verreyt te voet van Baarle naar Chaam om daar het feest van Sint-Antonius (17 januari) bij te wonen. Gekomen in de heide tussen Ulicoten en Chaam zag hij op een kleine verhevenheid een lievevrouwbeeldje liggen. Hoewel er in de ganse omgeving sneeuw lag, waren het beeldje en de plek waar het lag, helemaal droog. Hij borg het beeldje in zijn rugkorf en zette zijn weg voort. Op de Chaamse dijk werd hij overvallen door twee rondzwervende soldaten die geld van hem eisten. Een van hen had rees de haan van zijn geweer gespannen om Willem  onder schot te houden, maar die sloeg de overvaller zo hard met zijn stok op de hand en het geweer dat dit stukgeslagen op de grond viel. ‘Zo was ik’, aldus Verreyt achteraf, ‘met de gratie Gods en de hulp van de heilige moeder Gods van de eerste soldaat verlost.’ Daarop sprong de tweede overvaller woedend op de marskramer toe, roepend: ‘Nu moet gij sterven!’, en hij richtte zijn geweer op Willems hart. Hij haalde trekker over maar het schot ging niet af en Willem bleef ongedeerd. Drie weken later, op 15 februari 1645, bracht Willem het beeldje naar Werbeek en plaatste het in een boomstronk vlak bij de grote baan. Al spoedig kwamen mensen van Werbeek en Retie en bedevaarders van elders het Mariabeeldje vereren.

Drie weken na de oprichting van het beeldje kreeg de pastoor van Retie, een norbertijn van Tongerlo, de schriftelijke toelating van Henricus Van den Leemput, vicaris-generaal van het bisdom ’s-Hertogenbosch, om te Werbeek een kapel te bouwen en daarin, op een draagbaar altaar de mis op te dragen.

Kort daarna werden er door de voorspraak van Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw gunsten en genezingen bekomen. Over twee genezingen werden in 1645 voor notaris Henric Van Belle te Retie verklaringen onder eed opgenomen. Dat gebeurde ook zo met de verklaring van Willem Verreyt over de vondst van het Mariabeeldje en de omstandigheden waarin dat gebeurd was.

IN 1645 werd een houten kapel opgericht in opdracht van Augustinus Wichmans, de toenmalige prelaat van de abdij van Tongerlo. Op 10 april 1646 werd het miraculeuze Mariabeeldje op het altaar in de nieuwe kapel geplaatst en droeg prelaat Wichmans er een plechtige H. Mis op. In 1665 bouwde men de stenen kapel die er nu nog staat: een achthoekige kapel met een uitbouw voor het priesterkoor. De vier gekleurde glas-in-loodramen uit 1937 van glazenier Jan Huet vertellen het verhaal van marskramer Willem Verreyt en het miraculeuze Mariabeeld. In de jaren 2007-2008 werd de kapel – in opdracht van het gemeentebestuur − grondig gerestaureerd.

Nog vóór de stenen kapel in 1645 voltooid was, kwamen bedevaarders van het Nederlandse grensdorp Eersel al in processie naar Werbeek om gevrijwaard te blijven van de zwarte pest. Dankbaar om de gekregen bescherming komen zij sindsdien ieder jaar naar O.-L.-Vrouw ter Sneeuw in Werbeek (nu laatste zaterdag van juni). Vanaf 1673 sloten zich steeds meer pelgrims van Veldhoven aan bij die van Eersel. En vanaf 1904 kwamen de bedevaarders van Velthoven afzonderlijk op een andere dag (nu laatste zaterdag van augustus).

Jubileum

Met twee jaar vertraging werd in 1947 in Retie met veel luister het 300-jarig bestaan van de Mariadevotie te Werbeek gevierd. (In 1995 gebeurde ook de viering van het 350 jaar Mariadevotie in Werbeek.)

Feestprogramma van zondag, 3 augustus 1947: plechtige hoogmis op de Markt met pontificale assistentie door kardinaal Van Roey, in de namiddag Mariale stoet (ontwerp: E.H. Remi Lens) vanuit Retie-Centrum naar Werbeek met duizend deelnemers. Aan de kapel in Werbeek kroning van het Mariabeeld met kindje Jezus* door kardinaal Van Roey en lofzang met het lied Rijs Maria hooggevierde (tekst: E.H. Jozef De Voght, muziek: componist Renaat Veremans).

 ’s Avonds opvoering voor de kapel van het openluchtspel De Zevende Blijdschap van Maria (bewerking: Jozef De Voght, regie: Ast Fonteyne, choreografie: Lea Daan, toneelrepetities: E.H. Jef Van den Eynde, begeleidende muziek: E.H. Jef Smets, verlichting: A.T. De Clippeleir, grimage: F. Domus). Het toneelspel werd viermaal opgevoerd telkens voor meer dan tweeduizend toeschouwers. *De twee gouden kroontjes en scepter, versierd met edelstenen, werden geschonken door de Retiese bevolking. Aan de parochianen was vooraf een oproep gedaan om gouden sieraden af te staan voor de aanmaak van deze juwelen.